Hoe Melvin Dieke van karate-kid uitgroeide tot voetballer-van-formaat
7 september 2022 - 17:26Leidenamateurvoetbal sprak uitgebreid met Melvin Dieke, ga er even voor zitten en geniet van de mooi verhalen. Om te weten aan het hoeveelste voetbalseizoen Melvin Dieke (30) straks begint, is nog net geen Japanse rekenmachine nodig. Dat het een respectabel aantal is, staat vast. Hij speelde in de clubkleuren van DoCoS , Rijnsburgse Boys, vv Leiden en is nu een sleutelfiguur in het vlaggenschip van Sporting Leiden. Aan de bijna vooravond dat het weer ‘los’ gaat, een terug- en vooruitblik met de man, die bij Morsclub Sporting Leiden misschien wel de meeste ervaring, mentaliteit en inzet inbrengt.
‘Een watertje’, antwoord ik op de vriendelijke vraag wat ik wil drinken. Water? Melvin kijkt verrast op. ‘Water, daar moeten wij zuinig mee zijn; straks is water alleen op de bon verkrijgbaar.’ Ik weet het, een biertje is goedkoper tegenwoordig. Even later hoor ik achter me het sissende geluid dat zo hoort bij het openen van een blikje. Claas Griffioen komt de zonnige tuin van Melvin binnen gestapt, met – inderdaad – een blikje bier in de hand. Claas Griffioen? Ja, Claas Griffioen, ‘heel Leiden’ hoort Claas te kennen, hij is de oprichter van ‘De Vrienden van de Reveilllle’, die het 1steprogrammapunt op 3 oktober organiseren. Een niet meer weg te denken evenement.
Ook is hij de Griffioen van de geschenkpakketten, hij noemt zich ‘makelaar in relatiegeschenken en specialist in kerstpakketten’. Maar Claas is meer, hij is ook de schoonvader van Melvin Dieke. Melvin is getrouwd met de anatomisch zeer geslaagde Marleen. Samen hebben ze een pracht van een dochtertje dat gekleed in een zomerpakje van Adidas blij ligt te kraaien in de box. ‘Wat een toeval, mensen,’ lacht de boomlange ondernemer. ‘Ik kom elke dag even kijken naar ons wondertje. Wat een kleinkind.’ Lùa heet ze!

Mei 2017. Vv Leiden flikt het en promoveert naar de 3 klasse. Tegen Floreant werd het 1-2. Na de rust scoorden de Leidenaars tweemaal, waarbij het doelpunt van Melvin Dieke (staande 3e van links) beslissend bleek te zijn.
Claas van Griffioen Precious Products, zelf niet zo’n aanhanger van het voetbal of welke andere inspannende sport dan ook, heeft wel iets met LeidenAmateurVoetbal (LAV). Hij draagt al een paar jaar als supporter zijn financiële steentje bij aan de LAV-organisatie. De boomlange ondernemer verontschuldigt zich niet over zijn a-sportieve instelling, in tegendeel. ‘Weet je hoe het komt dat de Britse staatsman Churchill zo oud is geworden?’ vraagt Claas. ‘Door niet te sporten, elke dag whisky te drinken en de ene sigaar met de andere aan te steken.’ Hij moet er zelf om schateren.
Wat Melvin betreft kan het voetbal als onderwerp van gesprek vergeten worden, want Lùa geeft meer dan voldoende stof voor uren lieve en leuke beschouwingen. Zelfs onderbrekingen van de zo noodzakelijke nachtrust ervaart de blonde Leidenaar niet als hinderlijk. ‘Ik ben er voor haar, 24/7.’ Het klinkt overbodig. En Griffioen zit ook vol verhalen. Maar we zijn op deze hittedag met gesneuvelde droogterecords gekomen om met de gelouterde rechtsbenige Morsbewoner te praten over van alles-en-nog-wat, met voetbal als punt één op de agenda.
Dieke is rap van tong en zendt voortdurend een glimlach uit. ‘Je hebt ongetwijfeld de indeling voor het nieuwe jaar gezien,’ trapt hij af. ‘Interessante clubs, veel duels dichtbij huis; dat betekent veel publiek en een tevreden penningmeester.’ Geld, daar heeft Melvin ‘iets’ mee. Niet zo vreemd als je weet dat hij werkzaam is bij de RABO Bank en het daar uitstekend naar zijn zin heeft. Dat is wederzijds, want ook RABO is in haar sas met de goedopgeleide en sociaal sterke Dieke. Dat de bank de sport in de volle breedte een meer dan warm hart toedraagt wordt al jaren bewezen door onder meer het Wensenfonds, dat sportverenigingen en instellingen de financiën verstrekt voor noodzakelijke aanschaf van attributen en dergelijke, geld dat de clubs daarvoor ontberen.

Een koningskoppel. Het trainersduo Huig-Jan Heeringa (links) en Cor Varkevisser belooft dat Sporting Leiden ook in het seizoen 2022-2023 voor aanvallend spektakel zal zorgen.
Melvin Dieke kijkt uit naar de ontmoetingen met FC Oegstgeest, waar Huig-Jan Heeringa en assistent Cor Varkevisser, het huidige trainersduo van Sporting Leiden, twee jaar aan het roer heeft gestaan. ‘Dat wordt dus pikant,’ volgens Melvin. Tegen Lugdunum (met mogelijk Tim de Cler in de gelederen) kan van ‘De krakerrrrr van de week’ gesproken worden. De voor Sporting Leiden nieuwe opponenten zijn: Stompwijk ’92 (op stoom gekomen onder de ervaren en naar RCL vertrokken coach Patrick Kamperveen); AVV Alphen (‘Alphenaren mag je nooit onderschatten’). Verder: Van Nispen (De Zilk) RKDES (Kudelstaart) en SCW uit Rijsenhout. ‘Tegen Koudekerk en VVSB kunnen wij laten zien dat wij onder Heeringa en Varkevisser zijn gegroeid, in tactisch en technisch opzicht.’
Niet alleen Dieke is ‘gelukkig’ met beide trainers. Binnen de selectie is men bereid een stapje harder te lopen en zich meer in te zetten voor de in Valkenburg wonende geboren Katwijkers. ‘We hadden eerder een trainer, die er niets van snapte,’ wil hij kwijt. ‘Nee, geen namen. Hij kwam niet uit Leiden, kende Sporting Leiden niet. De man begreep niets van ons, niets van de Leidse humor en ook niet hoe hij ons moest aanpakken, stimuleren.’
Melvin roemt de sfeer binnen de selectie (‘Eigenlijk is die in de hele club prima’) en prijst het rimpelloze samengaan van vv Leiden en FC Rijnland tot Sporting Leiden. Hier wil hij wel namen genoemd hebben, die van Ed Immink en Wim Pikaar, de ‘architecten’ die de fusieclub Sporting Leiden meteen op de kaart hebben weten te zetten. Een voorbeeld voor andere clubs die overwegen samen verder te gaan. Geweldig, aldus Melvin, zoals Ed onlangs paginagroot in het Leidsch Dagblad de aandacht kreeg.

Ed Immink (links) en Wim Pikaar zijn de architecten van fusieclub Sporting Leiden. Het samengaan van vv Leiden en FC Rijnland is rimpelloos verlopen. Ed en Wim wisten fusieclub Sporting Leiden meteen op de kaart te zetten. Een prestatie van jewelste van dit tandem..
Dat Melvin Dieke aan het voetballen ging, heeft een story: ‘Toen ik een jaar of zes/zeven was, wilde ik op karate. Ik ging ook op karate, bij Aad van Polanen. Mijn neefje Maikel had me er gek voor gemaakt. Dat stoere karatepak en tegen elkaar vechten vond ik geweldig. Op 2 oktober meelopen in de Taptoe, zwaaien naar mijn ouders en vriendjes, dat voelde ongelooflijk. Intussen voetbalde ik ook met vriendjes in de straat. Partijtjes spelen, Barcelona tegen Ajax, je kent dat wel. Toen jongens besloten te gaan voetballen bij DoCoS, heb ik me bedacht en ging ook naar DoCoS. Van de stap om te stoppen met karate en te gaan voetballen, heb ik nooit spijt gehad.’
Dan houdt Melvin een verhandeling over de verschillen van karate en voetbal. ‘Karate is een individuele sport, voetballen doe je met elkaar. Bij karate ben je een eenling, helemaal gefocust op jezelf en je prestatie. Voetbal is een teamsport, je speelt met elkaar, houdt rekening met elkaar en je bereikt een doel met elkaar. Kort door de bocht: voetbal maakt een socialer mens van je. Niet dat ik dat dacht als ‘gassie’ op die leeftijd, hoor. Het zou heel goed kunnen dat mijn ouders mij pushte om te gaan voetballen. Dat zou een uitstekend advies zijn geweest, zeg ik achteraf.’
Vader Koert Dieke komt in beeld. Hij heeft jarenlang gevoetbald bij Leidsche Boys. Hij praat nóg over ‘die fijne tijd bij de Boys’. Een vader ziet een zoon graag voetballen en zeker wanneer hij zelf een aardig balletje kon trappen. Dieke senior heeft Melvin altijd gevolgd, hij miste geen wedstrijd. Toen Melvin in de LAV-rubriek in 2013 werd gevraagd zijn vader te typeren, luidde het antwoord: ‘Sinds ik voetbal is mijn vader mijn trouwste supporter.’ En dat is hij nog steeds, voegt Melvin er – met die glimlach – aan toe. Aan de telefoon zegt Koert: ‘Melvin en ik zijn zo close, daar komt niemand tussen.’ Eerst al ‘pushen’, nu ‘close’, wat is dat toch met die Engelse woorden?
‘Mijn moeder komt uit Cleadon Village, een dorpje vlakbij Newcastle, het noorden van Engeland. Andrea Ayre. Ze hebben elkaar ontmoet op Mallorca, in El Arenal. BAMMM, verliefd, nooit meer uitgegaan. Waarom denk je dat ik Melvin heet en mijn zusje Kayleigh? Engelse namen, concessies van mijn vader. Haha.’ Koert stuurt een prachtig krantenknipsel, een elftalfoto en foto’s die laten zien hoe hecht het gezin is met elkaar.
Wie tweemaal in de week traint en daarnaast – wanneer er tijd voor is – graag hardloopt, fitnesst en zwemt, zou best weleens zijn toekomst ‘in de sport’ kunnen zoeken en vinden. ‘Klopt, ik ben naar Hogeschool Inholland in Haarlem gegaan, ik studeerde daar Sport, Bewegen en Gezondheid. Hartstikke interessant, daar heb ik ook veel geleerd, waar ik nu nog elke dag profijt van heb.’ Toch switchte (weer Engels!) hij over naar wat je noemen kunt ‘sport en commercie’. De Stevenshofbewoner-van-toen ging ‘om de hoek’ werken bij Tacx in Wassenaar, een Nederlands bedrijf ‘met passie voor sport en prestatie’.
Fabrikanten van fietstrainers, binnenfietsen, rollerbanken, indoortraining accessoires en… zweet- en handdoeken. ‘Hoogwaardig ontwikkelde producten die inspireren om grenzen te verleggen’, is op de website te lezen. Dieke beaamt de missie van Tacx en weet dat het bedrijf in de wielersport vooral een grote naam heeft. Zijn bestemming blijkt Tacx toch niet te zijn. Melvin blijft speuren en belandt via het detacheringsbureau (Talent en Pro) bij de RABO Bank, om na korte tijd officieel in dienst te treden. ‘Al vier jaar, ik heb daar een geweldige baan.’ Melvin werkt – zoals tegenwoordig heel veel gebeurt – vanuit huis. Hij glimt, zijn ogen glinsteren: ‘Ik zit voor mijn laptop, telefoon in de aanslag en naast mij in de box of in haar wipstoeltje, ligt Lùa. Ideaal, we hebben het heel gezellig samen.’ Op de dagen dat hij op pad gaat of op kantoor moet zijn, passen oma Andrea, opa Koert, oma Marja en/of opa Claas op haar. Iedereen gelukkig.
Julius Vorderman, Edo van Keulen en Melvin stappen over van DoCoS naar Rijnsburgse Boys, ze halen de B1 en A1 landelijk. Naarmate de mannen ouder worden lijkt de selectie van de ‘uien’ als stip aan de horizon te wenken. ‘Je brengt het af en toe tot het tweede elftal, lang niet mis, maar hoger kwamen wij niet.’ Melvin begrijpt wel waarom dat is: ‘Het eerste elftal is het uithangbord van de club. Daar lopen jongens die het betaalde voetbal net niet hebben gehaald of wel prof zijn geweest en afbouwend nog een paar duiten willen meepakken. Gelouterde spelers die op het toch behoorlijk hoge niveau van Rijnsburgse Boys makkelijk meekunnen.’ Het tweede wordt niet betaald en in het eerste wordt gevoetbald ‘voor een paar duiten’? Kom nou! ‘Zo is het wel en wat die duiten betreft… het gaat natuurlijk wel om bedragen.’ Hoeveel op jaarbasis, dertig-, veertigduizend? ‘Zoiets ja, geloof ik, ik heb geen inzage van loonstrookjes.’
Op verzoek van Bert Peet keert Dieke terug naar DoCoS. De rood-witten verlaten de zondagcompetitie en gaan op zaterdag spelen. Ze worden kampioen, met spelers als Rowin Peet, Chris van Empel, Thomas Wijsman en Melvin. De kampioenen worden getrakteerd op een weekend Milaan, met alles-erop-en-eraan, inclusief de ontmoeting AC Milan-Atletico Madrid. Een belevenis.
Een leven louter van rozengeur en maneschijn bestaat niet. Ook niet voor Melvin Dieke. Uitgerekend tegen Leidsche Boys openbaart zich een hernia. In het Alrijne vindt de operatie plaats. Het loopt niet zoals chirurgen en patiënt verwachten. Melvin blijft ernstig last houden. Hij bezoekt een lange rij specialisten, van wie ‘chiropractor’ de eenvoudigste naam is. Uiteindelijk komt alles – ‘niet helemaal’ – goed en kan hij na een met zorg opgebouwde conditie de wei weer in.
Veel liever dan over hernia praat Melvin over ‘mijn’ Marleen, die hij vijftien jaar geleden leerde kennen: ‘Claas organiseert al jaren bruisende feesten in de Jacob Catslaan. Het is er dan reuze gezellig. Dus ik ga daar naar toe en zie er het mooiste meisje dat ik ooit gezien heb. Stralende lach, wapperende haren. De vlam slaat in de pan. We praten, spreken af en ik ga met Marleen mee naar huis. ‘Pa en ma, dit is Melvin, hij is mijn vriend’. Pa Claas en ma Marja kijken op, zien zijn witte sokken en houden het eenvoudig op ‘welkom’.’
Later zal Claas zeggen: ‘Melvin droeg witte sokken. Wie witte sokken draagt is OK.’ Marleen voetbalt bij DoCoS. Van haar zevende tot haar zeventiende. Dat schept een band. ‘Zal ik je wat vertellen?’ vraagt Melvin. Natuurlijk, daarvoor ben ik hier. ‘Marleen heeft eens een uniek doelpunt gescoord. Uit een corner, zo het doel in, dat gebeurt maar zelden.’ Marleen wil er niet meer van horen. Foto’s? Ze zijn er wel, niemand krijgt ze te zien. Bidden en smeken helpt niet, Marleen is standvastig, niet op andere gedachten te brengen.
Met een groep vrienden stapt Melvin Dieke bij vv Leiden binnen. In de eerste wedstrijd, tegen Floreant, maakt hij onaangenaam kennis met het fenomeen kunstgras. Gevolg: blaren zo groot als pannenkoeken. Artsen worden erbij geroepen, foto’s gemaakt. ‘Dit hebben wij niet eerder gezien,’ klinkt het in koor. Die foto hoort groot geplaatst te worden bij dit interview, waar is de foto, laat zien. Zoek, kwijt, weggeraakt. Dit verhaal moet op de blauwe ogen van Dieke worden geloofd. Ja, dag!
Dinsdag 9 augustus is de training hervat. De mannen staan te popelen. Melvin Dieke heeft alle vertrouwen in het nieuwe seizoen. Er zijn spelers teruggekomen en aangetrokken. Ook zijn er mannen door geselecteerd. Dat betekent concurrentie. Is Melvin wel weer verzekerd van zijn plaats in het eerste? ‘Het zal toch wel? Concurrentie is alleen maar goed, het zal de resultaten ten goede komen.’ Eindelijk presenteert hij de koekjes, die mij al een tijdje toelachen; hij heeft ze speciaal voor deze gelegenheid gekocht. ‘Kletsmajoors’ heten ze. Heel toepasselijk. Verder heb ik het bij dat ene glaasje water gelaten. Het leven is al duur genoeg. Ook voor Lùa, Marleen en Melvin.
Verslag: https://leidenamateurvoetbal.nl
Foto’s: Stan van der Meel, Jan van der Lubbe, GP Fotografie, Collectie Melvin Dieke
Actuele foto’s: Marleen en Claas Griffioen